Toepassing van denim stoffen
Denim wordt meestal gemaakt van extra dik katoen. De weeftechniek zorgt ervoor dat de stof erg sterk en slijtvast is, waardoor denim uitstekend geschikt is als werkkleding. Denim wordt gebruikt voor het fabriceren van spijkerbroeken, t-shirts, spijkerjacks en overalls. Er worden ook overhemden van denim gemaakt, of Chambray, een stof die esthetisch veel weg heeft van denim, maar iets lichter is. Denim werd van origine ontwikkeld voor werkkleding, maar wordt tegenwoordig door bijna iedereen gedragen.
Meer informatie over de weving Chambray?
Lees dan hier ons Kennisbank artikel: ‘Wat is Chambray weving?’.
Hoe wordt denim geweven?
Denim-katoen wordt geweven door de twee horizontale garens steeds onder en over het verticale garen te weven. Deze techniek heet twillweving. Bij denim wordt een witte draad meegeweven, waardoor er meer diepte in de kleur ontstaat.
Wil je meer weten over het verschil tussen weving en materiaal?
Lees dan ons Kennisbank artikel: ‘Waar wordt een overhemd van gemaakt?’.
Wat is het verschil tussen denim en twill katoen?
Denim lijkt erg sterk op twill; technisch is het een gewone twillstof. Bij denim wordt echter een (meestal) witte draad meegeweven, waardoor er een tweetoon-kleur ontstaat. Dit geeft diepte en maakt de stof minder formeel. Door deze weeftechniek zijn spijkerbroeken blauw aan de buitenkant en wit aan de binnenkant. Twill wordt daarentegen in één kleur geweven.
Wat is het verschil tussen denim en poplin (gewoon) katoen?
Denim is veel dikker dan gewoon katoen, en daarom slijtvaster en warmer. Denim is daarmee beter geschikt voor kleding die tegen een stootje moet kunnen. Denim wordt daarom vaker gebruikt voor buitenkleding dan gewoon katoen. Denim is een wat stuggere stof, maar draagt comfortabel en valt mooi.
Oorsprong van denim stof
De naam denim is afgeleid van het Franse ‘serge de Nimes’-textiel. De stof werd voor het eerst geproduceerd in de stad Nimes in de 18e eeuw. De populaire denim jeans werd in 1873 ontwikkeld door Jacob Davis en Levi Strauss. Zij gebruikten de stof in hun blauwe, katoenen broeken. De zakken en randen werden met koperdraad verstevigd, waardoor de broeken de meest duurzame broeken werden die verkrijgbaar waren. De jeans waren vooral populair onder goudmijners, en later onder havenwerkers. Denim werd verder gepopulariseerd toen Hollywood in de jaren ’30 cowboyfilms ging produceren.